|
Hoe actief waren de Buikhuizens in de Militie
Alle jonge mannen van 19 jaar moesten zich bij de Militie-commisaris melden.
Onderstaand een overzicht van de gevonden Buikhuizens in de Militie Registers en een
korte samenvatting van de informatie hieruit.
Hieruit blijkt, dat de eerste generaties van de Harlingen tak nogal klein van stuk waren.
Hermanus 1844 had het lotingsnummer 104 en was van beroep scheepstimmerknecht.
Lengte en andere gezichtskenmerken zijn niet genoteerd.
Tijdens de keuring vroeg hij om vrijstelling wegens broederdienst. De militie-commissaris
ging zijn advies hierin mee. Op 14-03-1864 heeft de militieraad ook besloten hem
wegens broederdienst vrij te stellen.
Hendrik 1847 had het lotingsnummer 26 en was van beroep houtmolenaar. Bij de
keuring viel hij onder de stadsweesvoogden. Ouders overleden. Hij was 1 el en 498 strepen.
Rond aangezicht, laag voorhoofd, blauwe ogen, kleine neus en mond, ronde kin en blond
haar en wenkbrauwen. Tijdens de keuring vroeg hij om vrijstelling wegens broederdienst
en gebrek aan lengte. De militie-commissaris ging zijn advies hierin mee. Op 15-03-1867
heeft de militieraad ook besloten hem wegens broederdienst en gebrek aan lengte vrij te stellen.
Jacobus 1850 had het lotingsnummer 70 en was van beroep buitenvaarder. Bij de
keuring viel hij onder de stadsweesvoogden. Hij was 1 meter en 583 millimeter.
Rond aangezicht, smal voorhoofd, grijze ogen, volle neus en mond ronde kin en blond
haar en wenkbrouwen.
De militie-commissaris heeft hem voor dienst aangewezen. Op 14-03-1870 heeft de
militieraad besloten hem: voor de dienst aangewezen.
Op 22-12-1870 is er nog een beslissing van Gedeputeerde Staten krachtens art. 172
waarin is besloten: de redenen van achterblijven wettig bevonden.
Op 22-12-1870 ingelijft in het 1e Regiment Infanterie.
Verdere info: Gebragt op den staat model no 20;
Den 1e januarij 1872 met eene vrijwillige verbindtenis overgegaan bij het
7e Regiment Infanterie (.... 148 van 1872)
Hermanus 1868 had het lotingsnummer 96 en was van beroep grofsmidsknecht. Gegevens
inzake lenge en gezichtskenmerken zijn niet vermeld. Hij was lich. gebr. (vermoedelijk
lichamelijk gebreken of gebrekkig). De militie-commissaris heeft hem voor dienst
aangewezen. Op 14-03-1888 heeft de militieraad besloten hem: voor de dienst aangewezen.
Volgens de bijlage Nationale Militie bij zijn huwelijksakte is zijn lotnummer 96
buiten oproeping gebleven en heeft hem tot geen dienst verplicht.
Hendrik 1870 had het lotingsnummer 61 en was van beroep grofsmidsknecht. Hij
was 1 meter en 681 millimeter. Ovaal aangezicht en voorhoofd, grijze ogen,
volle neus en mond, ronde kin, bruin haar en wenkbrauwen. Merkbare teekenen: geene.
Blijkbaar had hij weinig zin, om in dienst te gaan en heeft hij bij de militie-commissaris aangegeven,
dat hij gebreken had en er is een breuk vermeld.
Het advies van de militie-commissaris is een onderzoek.
Dat heeft hem niet veel geholpen en op 15-03-1890 heeft de militieraad besloten hem: tot den dienst aangewezen.
Op 07-05-1890 ingelijft in het 1e Regiment Infanterie.
Den 11 Februari 1892 overgeplaatst bij het 4e Regiment Infanterie.
Op 6 mei 1897 is Hendrik gepasporteerd (met groot verlof) en is hiermee zijn dienstplicht voldaan.
Harmen 1886 had het lotingsnummer 96 en was van beroep schippersknecht. Lengte
en andere gezichtskenmerken zijn niet genoteerd.
Op 11-12-1905 heeft de militieraad ook besloten hem: tot den dienst aangewezen.
Verder staat er niets meer vermeld dan de opmeerking: Burg. getrokken.
Rond 1892 hebben de boeken van de Militie Registers een wijzing ondergaan en werden de
namen van de ouders en de geboorte datum en de gezichtskenmerken van de betrokkene
niet meer vermeld.
Betting 1893 Volgnr pagina 18 en nummer inschrijvingsregister 28 Hij was van beroep houtzager.
Bij de militie-commissaris vermeld: een gebroken (hand). Advies militie-commissaris: onderzoek.
Lengte 1 meter en 606 milimeter.
Beslissing van de keuringsraad op 28-05-1912. Gemis van twee vingers, ongeschikt
volgens keuringsreglement nummer 304.
Stoffer 1895 Volgnr pagina 957 en nummer inschrijvingsregister 1864. Hij was van beroep fitter.
Bij de militie-commissaris vermeld: een gebroken (hand), advies: onderzoek.
Geen lengte vermeld.
Beslissing van de keuringsraad op 18-06-1914: ongeschikt volgens keuringsreglement nummer 285.
Hermanus 1802 Volgnr pagina 1054 en nummer inschrijvingsregister 2029. Hij was van
beroep rijwielhersteller.
Lengte: 1 meter en 694 milimeter.
Beslissing van de keuringsraad op 04-07-1921: ongeschikt volgens keuringsreglement nummer 245.
De uitspraak is gedaan door den K.R. in het M.D. van Drenthe.
--------------------------------
In de 19e Eeuw was het gebruikelijk, dat als bijlage een certificaat van de Nationale
Militie was bijgevoegd, waarin te lezen was, of de betrokken mannelijke persoon zijn
dienstplicht had voldaan, danwel was vrijgeloot of nog dienende was en toestemming van
zijn kommandant had om te trouwen.
Met de briefwisseling uit 1831 inzake het verzoek om vervroegd te kunnen uittreden van
Hendrik (1807) geeft het omtrent deze Hendrik de indruk, dat zijn diensttijd niet korrekt
is verlopen en moest nadienen.
Hendrik 1807 Volgens Certificaat van de Nationale Militie als bijlage bij zijn huwelijksakte
"binnen de gemeente van Dordrecht 1e Kanton voor de Nationale Militie is ingegeschreven, dat
aanhem vervolgens, bij de loting, is ten deele gevallen het nommer 38, hetwelk hem tot
de dienst verplichtende, hoj daaraan heeft voldaan door personeele optreding en nog is
dienenden bij de 2e Afd. Infanterie.
Gegeven is 's Gravenhage, den 2 november 1835. "
Signalement: lengte 1 el 5 palm 3 duim (= 1,53 m). Kenmerken: ovaal aangezicht,
hoog voorhoofd, bruine ogen, ronde kin en bruin haar en wenkbrauwen.
Hendrik was beroep: schoenmaker.
Volgens een briefwisseling tussen B. & W. Van Dordrecht en de kommanderende kolonel
van de 9e Afdeling Infanterie in het 4e district van Zeeland geschreven te Oostburg,
inzake het eerder uit dienst te willen en kunnen treden in 1831, om middels zijn beroep
als schoenmaker de kost te kunnen verdienen, om voor zijn moeder, zijn broers en zussen
als kostwinner op te kunnen treden, was hij in 1828 in dienst getreden en er is een
opmerking, dat hij gestraft geplaatst was bij 4e comp. 1e bat. der 9e Afd. Inf.
thans te Liefkenshoek.
Hendrik 1866 Volgens Certificaat van de Nationale Militie, 09-11-1891, als bijlage
bij zijn huwelijksakte en akte van toestemming, 30-04-1891, om te mogen trouwen
van zijn commandant
Hendrik trouwde op 18-11-1891.
--------------------------------
Voor een goede uitleg over de Militie Registers klik op een onderstaaande link.
www.militieregsiter.nl
begrippenlijst
Regionaal Archief Zutphen
Tresoar
Het Utrechts Archief
|