|
Verhalen over en door Buikhuizens.
Het verhaal van Jasper Buikhuizen (1950)naar aanleiding van een berichtje
in de Leeuwarder Courant van 13-12-1956.
"De zesjarige Jasper zorgde in Harlingen voor grote ongerustheid,
doordat vriendjes hem het laatst na het verlaten van de school aan de waterkant van de
Oostersingel hadden gezien. Er werd vruchteloos naar hem gezocht. Begrijpelijk, want Jasper
zat gewoon thuis."
Franekerpoortsbrug
Het verhaal van Jasper Buikhuizen door Harry Buikhuizen:
Het kleverige ventje Gerrit Beuker liep altijd achter Jasper aan, dat werdhij zat
en een keer op de Franekerpoortsbrug kreeg hij een idee om Gerriteens een poets te
bakken en zo van em af te komen.
Hij klom over de leuning van de brug, liet zich op de dukdalf zakken enverdween
over de stootbalk onder de brug.Gerrit bleef over de brugleuning hangen, speurend
wanneer Jasper weertevoorschijn zou komen, maar de leperd ging helemaal onder de brug
door,klom stilletjes aan de andere kant weer omhoog en sloop achter Gerrit z'nrug om
stiekem weg.
Gerrit werd ongerust toen Jasper maar niet verscheen en na wat roepen van kom tevoorschijn
en doe niet zo flauw raakte hij in paniek, rende naar huisen deed z'n moeder het
verhaal dat Jasper in het water was gevallen en verdronken. Moeders mobiliseerde
zowat de hele straat en binnen de kortstekeren stond de walkant vol mensen. Hier, hier
wees Gerrit, wat overigens de verkeerde plek was en een man, Sytsma de gemeentetimmerman,
sprong in het ondiepe water en begon te graaien.
Ik heb em zei hij plots, 'O God' zei moeder Buikhuizen die het zowat bestierf, maar
het bleek alleen maar een jutezak met verzopen jonge katten te zijn.
Broer Harry, die de streken van z'n broertje wel kende geloofde er niks van,speurde
eens rond en zag Jasper net achter een boom duiken aan de anderekant van de singel.
Ga naar huis zei hij tegen Jasper en doe of je van de kat geen kwaad weetanders zwaait
er wat. Broer Harry snel terug naar de waterkant en vertellen dat het niet waar was
en Jasper gewoon thuis zat.
Iedereen opgelucht en blij, behalve Gerrit die werd door z'n moeder blauwgescholden
en vanaf de singel naar huis geschopt.
Jasper heeft van Gerrit nooit geen last meer gehad!
---------------------------------------------------------
De belevenissen van een bakkersknecht en broodbezorger Johannes Buikhuizen (1903) in
barre tijden.
Opgetekend door zijn zoon Harry Buikhuizen (1946)
Johannes was bakkersknecht en broodbezorger, en is zelfs ooit nog kampioen Tarwoverkoper van Friesland geworden.
Zijn verkoopregio waren de dorpjes rondom Harlingen, elke dag, lente, zomer, herfst , winter,
bij hitte, storm, regen sneeuw, vorst op de bakfiets die dorpen langs.
’s Winters een grote platte schep aan de zijkant van de bakfiets om zich door de sneeuwduinen te scheppen.
In de 2e wereldoorlog ruilde hij bij een klant die krap zat een brood voor een maaltje paling,
mocht niet want alle produktie en visvangsten moesten bij de Duitsers ingeleverd worden.
Ondanks dat was ruilen natuurlijk schering en inslag, maar voor de zekerheid ging de gestroopte
paling in een pan met deksel toch maar even op het afdak achter, want je weet de verrader slaapt nooit!
En ja hoor, daar stond het huis plots vol Duitsers, ‘Hast du aal’? Nee natuurlijk niet.
Maar die Duitsers het huis op de kop en niks vinden, zelfs achter op het erfje niet,
tot er eentje omhoog keek op het afdak, waar een stuk of 4 katten rond die pan draaiden
en zei : ‘Was mussen die katzen den dort?”
Hangen, Pa mee en twee weken in Leeuwarden in’t huis van bewaring gezeten, waarna men
dat toch wel een beetje overdreven vond voor een paar palingen en hij weer naar huis mocht.
Later in de oorlog, op weg naar Zurich met de bakkerskar, passeerde hem een vrachtwagen
met voorraad voor de Duitsers op Kornwerderzand.
Valt er een grote jutezak af, vol bruine bonen, Pa snel die zak in de bakfiets en
verstoppen bij een vertrouwde klant die hem voor een paar pond bruine bonen wel even
bewaarde tot Pa em op de terugtocht oppikte.
Thuis ermee ook even een paar pond bij schoonmoeder (weduwe) brengen, maar schoonmama
de andere dag aan de deur en die zou even uitmaken, dat er ook bonen naar zwager Jaap, zwager J
asper, Doetje enz, enz, enz moest. Daarop werd moeders kwaad en zei tegen haar moeder:
"Moeke mut es ophouwe, straks weet iedereen ervan en sit die man straks weer in’t huus van bewaring!"
---------------------------------------------------------
Informatie uit deze website mag door derden enkel en alleen voor persoonlijk gebruik met
bronvermelding gebruikt worden.
|